Er zijn van die vrouwen, nederig en genereus. We kennen ze allemaal. Ver weg van het willen opvallen, doen ze iets beters, ze creëren sensaties.

Dat is wat ik leuk vind aan Céline: geen verrassingen, alleen de smaak van vrijheid. En de smaak... van smaak. Zelfs als alle lichten van Bergen zouden doven, zou deze vlam altijd blijven branden. Dat is het beeld dat ik wil oproepen van Céline en haar tafel. Van dat mooie huis, in het hart van Bergen, op drie meter van de Grote Markt. Als de ruimte beperkt is, herbergt hij een groot hart, dat van Céline Moustier. Uniek is de keuken, meestal verborgen achter de schermen, hier prominent aanwezig, bijna vallend en versmeltend met de straatkeien.

Het etablissement herbergt verschillende mooie sferen. De keuken in de eerste kamer dus, daarna de eetkamer; badend in licht hout, met helder licht, en bekroond met een majestueuze kroonluchter. Verderop het kleine terras, een van de mooiste stedelijke schuilplaatsen in onze ogen. Van de plaats heeft Céline de geest van vroeger weten te bewaren en te beschermen, zonder het te verraden, door haar eigen smaak en mooie ziel eraan toe te voegen. De chemie werkt nog steeds.

In de keuken, nu achter het fornuis, signeert Jean-Philippe Watteyne nette en smaakvolle borden, in chique bistrostijl. Zijn voorstellen zijn zowel verfijnd als smakelijk, geïnspireerd door de seizoenen, de versheid van de producten en zien in de streek een essentiële speelkameraad.

Om een idee te geven, noemen we bijvoorbeeld de Artisjokcroquettes, gebakken ganzenlever uit de boerderij van Sauvenière, zure vinaigrette, rucolacoulis, citroengel, 'Zoals een croque-monsieur', gebakken kalfszwezerik, smaakmakers, hun versie van vitello tonnato, rolletjes van rood tonijn, kalfstartaar, tonijnmayonaise, mizuna, rode uientaart, rozemarijn en augurken om de tafel te openen. De vis van de dag, schelpdierensaus, kokkels, aardappelpuree en jonge venkel, de gelakte gele kipfilet met honing uit de rand van Havré, risottokroket met sojasaus, bonen en laksaus, de gigantische artisjok gevuld met rode linzen en groenten, koude en warme emulsies, de zomerboeuf-carottes, kort gebakken Holstein-achterbout, carbonadesaus, wortelen vol kleuren en texturen. En de gerijpte Belgische kaasplank, de Mojito 2.0: limoenmarsmallow, Muscovado, muntsorbet, agrarische rum, de Tomaat, burratina, lokale aardbeien, Eau de Villée of de Chocoladefondant van Cocoa (Péruwelz), frambozen om het af te maken.

Dezelfde mooie lijn is terug te vinden in de drankkaart: slimme crus, grote flessen, zorgvuldig gekozen bieren en mooie bubbels spelen mooi samen met het bord. Het geheel wordt nu in de zaal geserveerd door Céline zelf.

Geen tromgeroffel hier, geen onnodige opschepperij, alleen een mooie zaak van deze tijd, in een delicate setting, getint met een verlegen en oprechte menselijkheid.

LD